De 1000 meter is een veelvoorkomende afstand in de atletiek, vooral voor jongere leeftijdsgroepen. Voor de categorieën U10, U12 en U14 is de 1000 meter een standaardafstand die vaak wordt gelopen tijdens wedstrijden.

De 800m is een middellange afstand. Tijdens deze afstand moet er twee volledige ronden afgelegd worden op de standaard buitenbaan, of anders vier rondes op een 200m indoorbaan. Meestal moete de deelnemers de eerste 100m in een baan blijven, na 100m mag er naar baan 1 gaan. Het kan zijn dat er al direct na de start naar baan 1 gelopen mag worden. De start wordt gedaan middels een staande start.

De 600m is een mila-afstand. Deze afstand wordt gelopen bij pupillen bij U8 en U9. Maar de afstand is vaak ook als los nummer voor oudere atleten.

De 400m heet een sprint te zijn, maar dat is het voor niemand. Het is voor niemand mogelijk om deze afstand voluit te lopen, zoals je dat op een 100m en 200m nog wel kunt. Bij de 400m komt toch ook al een stukje taktiek kijken. Toch heet het een sprint, en start je vanaf de startblokken.

De 100 meter sprint is een koningsnummer binnen de atletiek en wordt beschouwd als de ultieme test van snelheid. Atleten starten uit startblokken en rennen zo snel mogelijk over een rechte baan van 100 meter. De winnaar is degene die als eerste de finishlijn passeert, vaak binnen 10 seconden bij topatleten. Het is een explosieve en intense race die kracht, snelheid en precisie vereist.

De 80 meter is een sprintafstand die voornamelijk vanaf de junioren wordt gelopen. Voor de pupillen alleen bij wedstrijden met losse nummers, of anders vanaf de U16.

De 60 meter sprint is een van de kortere sprintonderdelen. Het is de standaard sprintafsstand voor pupillen vanaf U10. Ook meisjes U14 lopen deze sprintafstand. Het is voor senioren de sprintafstand bij indoorwedstrijden.

De 40 meter is de korste sprintafstand op de atletiekbaan. Deze afstand is bedoeld voor pupillen U8 en U9. Voor oudere atleten wordt deze afstand zelden gehouden.